
Studiebijeenkomst 2016: Algemene Verordening Gegevensbescherming
Met ingang van 25 mei 2018 geldt in de Europese Unie één privacywet, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (2016/679, PbEU L 119). Over deze verordening is de afgelopen jaren onderhandeld. De verordening vormt een herziening van de EU-privacywetgeving. Op hoofdlijnen gaat het om een versterking en uitbreiding van privacyrechten, meer verantwoordelijkheden voor organisaties en gelijke bevoegdheden voor alle toezichthouders in de EU. In Nederland vervangt de verordening de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
Gegevensverwerking als beleidsinstrument staat in een toenemende belangstelling. Om deze verwerking mogelijk te maken, kan wetgeving nodig zijn. Wetgevingsjuristen worden verondersteld over basiskennis van de privacywetgeving te beschikken. Bij het afstemmen van wetgeving op de privacywetgeving kan de ‘Leidraad voor afstemming op de Wbp’ behulpzaam zijn. In plaats van kennis over de Wbp, zal de wetgevingsjurist vanaf nu (ook) dienen te beschikken over kennis over de AVG. Het bestuur van de vereniging heeft daarom besloten een studiemiddag over deze verordening te organiseren.
Tijdens deze goed bezochte studiemiddag hebben drie sprekers, experts op het gebied van privacywetgeving, de AVG elk op een andere manier belicht. Allereerst verzorgde mr. dr. J.P. (Jeroen) de Jong (VenJ) een bloemlezing over de inhoud van de verordening en nam hij de aanwezigen mee door het onderhandelingsproces. Vervolgens vertelde mr. drs. J.R. (Joris) Groen (VenJ) over de inbedding van de verordening in Nederland. Tot besluit reflecteerde prof. mr. L.F.M. (Luc) Verhey (Universiteit Leiden en staatsraad) op de hoofdlijnen van de verordening.